Bij het beveiligen van een elektrisch circuit komt er toch wel wat meer kijken dan enkel het uitschakelen van een installatieautomaat op stroomwaarde X , als je het echt veilig wil maken dan denk ik bv. ook aan het plaatsen van een aardlekschakelaar

Hieronder een korte samenvatting
Beveiliging tegen overstroom => installatieautomaat via thermisch deel)
Als er een te hoge stroom vloeit dan gaat die installatieautomaat (zekering) inderdaad uitschakelen, de vraag is natuurlijk wanneer

Wel dat hangt af van de nominale stroomwaarde en van de uitschakelkarakteristiek.
De meeste campings vermelden enkel de maximale stroomwaarde.
Met de formule I = (P1+P2+P3+...)/U kan je (eenvoudig) berekenen welke stroom je zal vragen aan de camping. Je telt alle ingeschakelde vermogens op en deelt dit door de spanning. De berekende stroom mag niet hoger zijn dan de maximale stroom.
Is deze toch hoger dan zal de installatieautomaat niet altijd onmiddellijk af slaan, hier komt de uitschakelkarakteristiek om de hoek. Hier is er keuze tussen ( B C of D) het vaakst gebruikt is klasse-C.
Een installatieautomaat C6 zal een stroom van 6A gedurende ongeveer een uur doorlaten zonder uitschakelen. Hoe hoger de gevraagde stroom hoe sneller hij zal uitschakelen. Zo zal een stroom van 12A uitgeschakeld worden na ongeveer 10 seconden.
Beveiliging tegen kortsluiting => installatieautomaat via magnetisch deel)
Bij kortsluiting schakelt de installatieautomaat magnetisch uit en dit gaat in de range van miliseconden.
Beveiliging tegen lekstroom => aardlekschakelaar
In het geval van een foutstroom zal de aardlekschakelaar detecteren dat er een stroom naar de aarde vloeit (in het beste geval via de aarding en niet via een geliefde) en dan zal deze uitschakelen.